Vanochtend direct via de marifoon geluisterd naar de haven dienst van Haarlem. De onderdelen die nodig zijn voor de reparatie van de brug zijn besteld. Dat gaat dus wel een paar dagen duren. De zeilboten stapelen zich ondertussen op. Wat nu toe doen. We besluiten de mast uit de mast voet te halen. Normaal doen we dat met een man of vijf. Als we de mast alleen horizontaal leggen moet het lukken. De brug is 4,40 en met de mast naar beneden zijn wij nog 6,20. Wanneer de mast horizontaal ligt dan zijn we nog 3,54. Hopelijk past de theorie in de praktijk. Aan het werk dan maar.
Eerst de giek maar eens van de mast. Daarna leggen we de antennemast plat.
Daarna komt Martijn met een balkje om te stutten. De mast losmaken uit de voet is erg lastig. Het staat allemaal onder spanning.
Met extra spanbanden zetten we het vast. De mast rust nu op twee punten.
We zijn wel wat bekijks gewend. Maar nu zijn het jaloerse blikken van zeilboten die zelf niet de mast kunnen strijken. We gaan onderweg naar de spoorbrug
We zijn er onderdoor! Snel door naar Spaarndam.
Nu moeten we alles weer terug bouwen. De as in de mastvoet krijgen is geen kleinigheid met z’n tweeën. Maar dat is gelukt. De rest morgen maar weer.
We vertrekken vanuit Gouderak en komen als snel bij de grote sluis in Gouda. We kunnen direct in varen. Het is gelukkig droog.
De meeste bruggen gaan vlot, maar we moeten soms ook op andere schepen en wachten.
We varen over de Braassemermeer en heel veel ringvaarten. We hebben op de kaart 37 bruggen geteld.
Bij de eerste brug van Haarlem moeten we wachten tot na de spits. Er zijn geen aanleg mogelijkheden we duiken tegen de kant en er zijn genoeg bomen om vast te maken.
In Haarlem blijkt dat de spoorbrug kapot is. Oei tot hier en niet verder. Vannacht gaan ze de brug repareren.